Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Opleiding in ondernemingen

20 dec. 2000 — W. Herremans

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2000, hoofdstuk 10.

Samenvatting

Tijdens een gemiddelde referentiemaand in 1999 volgden 218 000 werkende Vlamingen een bijkomende opleiding. De sterke groei van het aantal werknemers in opleiding tussen 1997 en 1999, ongeacht leeftijd en geslacht, wijst erop dat het idee van levenslang leren zich stilaan in de praktijk ontwikkeld. Toch blijkt de toegang tot bijkomende vorming voor sommige werknemers absoluut nog geen evidentie, waarbij laaggeschoolden en ouderen als eersten de boot missen. Terwijl de startkwalificaties van werknemers de toegang tot bijkomende vorming sturen, stelt de leeftijd van werknemers haar grenzen aan het levenslange karakter van de opleiding. Bovendien is ook de deelnamekans aan een opleiding voor de grote groep van deeltijds werkende vrouwen relatief beperkt.

Onder impuls van het stimuleringsbeleid van de overheid en het ruime private en publieke opleidingsaanbod vormen de bedrijven een belangrijke partner inzake de permanente vorming van werknemers. Bedrijven worden immers geconfronteerd met nieuwe informaticatoepassingen en allerhande interne en externe ontwikkelingen, waarop zij trachten in te spelen door hun werknemers een opleiding aan te bieden. De deelnamekans en de intensiteit van de bedrijfsopleidingen wijkt echter sterk af naargelang de sector en de ondernemingsgrootte. Het zijn vooral de grote bedrijven en de publieke diensten die zich het sterkst profileren als opleidingsverstrekkers. Bij de KMO’s en de commerciële diensten is het opleidingsaanbod daarentegen nog vrij beperkt.

Methodologie

In de eerste paragrafen wordt het aantal werkenden in opleiding gedefinieerd op basis van de EAK (NIS). Hierin heeft iemand een opleiding gevolgd indien hij positief antwoord op de vraag “Heeft U tijdens de referentiemaand (d.i. de referentieweek en de 3 voorafgaande weken) onderwijs of een opleiding gevolgd?”

Voor de indeling van het aantal opleidingen naar thema in de voorlaatste paragraaf werd een beroep gedaan op de gegevens van de VDAB. Bijgevolg kunnen we hier geen uitspraak doen over het geheel van de werknemersopleidingen, maar enkel over de opleidingen die door de VDAB worden georganiseerd.

In de laatste paragraaf doen we een beroep op de WAV-raming van de Sociale Balansen (NBB), waarover uitvoerig werd gerapporteerd in Deel 3 van deze Jaarreeks, De Sociale Balans: Een sectoraal-regionale analyse. Hier wordt aan de werkgever gevraagd om aan te geven hoeveel werknemers het afgelopen jaar een bedrijfsopleiding hebben gevolgd.

De algemene methodologie bij dit jaarboek kan onder het hoofdstuk ‘ algemene methodologie’ worden geraadpleegd.

Download

Bijlagen