Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Toestand en ontwikkelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt

20 dec. 2000 — F. Holderbeke

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2000, hoofdstuk 1.

Samenvatting

In de vorige editie stond de ommekeer op de arbeidsmarkt, met een versnelling van zowel de werkgelegenheidscreatie als de werkloosheidsdaling, centraal in de conjuncturele analyse. De werkgelegenheid was in 1998 immers vrij sterk toegenomen en mede hierdoor bedroeg de werkloosheidsdaling bijna het dubbele van deze in het vorig jaar. Maar anderzijds waren er op basis van de structurele arbeidsmarktkenmerken bedenkingen over de dualisering op de arbeidsmarkt, die niet enkel blijkt uit de zeer ongelijke werkloosheidsrisico’s, maar ook uit de toen nog sterk toegenomen uitstoot van laaggeschoolden. En ook anno 2000 blijft het de vraag of de bijna uitzonderlijke periode van hoogconjunctuur en het toch uitgebreide arsenaal activeringsmaatregelen erin zullen slagen de sociaal-economische kloof zoniet te dichten dan toch zeker iets te verkleinen. Men mag er zich dan al bij neerleggen dat deze kennis-en dienstensamenleving niet iedereen meer een voltijdse job gedurende de ganse loopbaan (laat staan bij dezelfde werkgever) kan bezorgen, alle cijfers en analyses wijzen er steevast op dat ook dit een halve waarheid is die selectief is in haar bereik. De ongelijke verdeling van loonarbeid, van werk maar ook inkomen, begint al in het prilst van de loopbaan bij de arbeidsmarktintrede van de schoolverlaters, neemt in de loop van het beroepsactieve leven nog toe, met een maximale werkzaamheid bij de hooggeschoolde dertigers en veertigers maar een toenemend werkloosheidsrisico voor de minder geschoolden, en culmineert in een sterk gepolariseerd loopbaaneinde met blijvend intense, vervroegde arbeidsuitstoot bij de laag- of minder gekwalificeerden en hoge werkzaamheid bij de geschoolde beroepsgroepen.
Zelfs wanneer ook de komende jaren de economie en de arbeidsmarkt op een hoog niveau blijven presteren als gedurende de laatste jaren, dan nog zal de sociaal-economische kloof diepe sporen blijven nalaten in alle arbeidsmarktindicatoren. En al is de situatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt de laatse jaren iets verbeterd en ondervindt ongeveer een tweederde meerderheid van de beroepsbevolking gedurende het grootste deel van de beroepsloopbaan weinig of geen problemen bij het verwerven van arbeid en inkomen, voor de meerderheid aan de onderkant betekent een onvolledige loopbaan –tengevolge van een moeilijke intrede, onvrijwillige deeltijdse of tijdelijke arbeid, regelmatige of langdurige werkloosheid , gedwongen vervroegde inactiviteit- niet alleen een achterstand op het vlak van de actuele arbeids-en inkomenssituatie, maar ook op het vlak van het latere inkomenspotentieel en de toekomstige bestaanszekerheid. Het verder verdwijnen van het kostwinnersmodel heeft de sociale ongelijkheid geenszins gecorrigeerd, integendeel de inkomenskloof tussen de meer en minder geschoolde gezinnen, waarin beide partners een min of meer gelijkaardig kwalificatieprofiel hebben (homogamie-principe), is er alleen maar groter op geworden door de eveneens sterk ongelijke verdeling van het arbeidsvolume bij de vrouwen.

Methodologie

De gegevens uit de overzichtstabel ‘De Vlaamse arbeidsmarkt in cijfers’ zijn afkomstig uit verschillende bronnen. Gegevens over de activiteitsgraad, de werkzaamheidsgraad, de werkloosheidsgraad, en het aantal werkenden (inclusief het aantal loontrekkenden met deeltijds of tijdelijk contract en hun gepresteerde arbeidsvolume) zijn afkomstig van NIS EAK en Eurostat LFS. Voor het berekenen van een tijdreeks voor deze grootheden werden enkele correcties op de NIS EAK-gegevens uitgevoerd (zie methodologische noten bij hoofdstuk 2). Gegevens over het arbeidsvolume van uitzendkrachten zijn afkomstig van UPEDI. Het aantal werklozen en het aantal vacatures werd bepaald aan de hand van VDAB-gegevens. Verder zijn de gegevens over de werkgelegenheid afkomstig uit verschillende bronnen (zie schema). Hieronder vallen ondermeer het aantal jobs in rsz-loondienst, bepaald aan de hand van RSZ.

De algemene methodologie bij dit jaarboek kan onder het hoofdstuk ‘ algemene methodologie’ worden geraadpleegd.

Download

Bijlagen