Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Vacatures

20 dec. 2000 — N. Van Mechelen

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2000, hoofdstuk 16.

Samenvatting

Naarmate de arbeidsreserve jaar op jaar kleiner wordt, worden de ontwikkelingen op de vacaturemarkt met steeds meer aandacht gevolgd. Recent wetenschappelijk cijfermateriaal over de totale vacaturemarkt ontbreekt echter.(1) Daarom beperken we de bespreking van de vacatures in dit Jaarboek tot de gegevens van de VDAB.

Sinds 1997 is het aantal openstaande VDAB-vacatures fors toegenomen. Dit is het resultaat van een combinatie van factoren. Ten dele wordt de toename verklaard door de conjuncturele opleving, maar ook eerder technische redenen zoals de langere plaatsingstijd en het groeiende marktaandeel van de VDAB verhogen het aantal openstaande vacatures.

De groei van het aantal VDAB-vacatures in de periode 1998-2000 heeft, samen met de enorme inkrimping van de arbeidsreserve, de spanning op de arbeidsmarkt aanzienlijk verhoogd. Toch is voor vele beroepen het knelpunt nog steeds eerder kwalitatief dan kwantitatief van aard: kandidaten hebben niet de gevraagde kwalificaties, de arbeidsomstandigheden en/of –voorwaarden zijn ongunstig,... . Niettemin zijn bedrijven met knelpuntvacatures over het algemeen weinig geneigd om maatregelen te nemen die de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod kunnen verbeteren. Zelden worden er inspanningen geleverd om de arbeidsorganisatie of de kwaliteit van de arbeid te verbeteren. De enige langetermijnoplossing die gelukkig wel met enige regelmaat toegepast wordt door bedrijven is het investeren in opleiding. De meest frequent voorkomende reacties op knelpuntvacatures bieden echter misschien wel op korte termijn een uitweg maar zijn zeker geen structurele oplossingen voor de knelpuntproblematiek: meerdere wervingskanalen aanspreken, overuren laten presteren, uitzendkrachten inzetten,… .


(1) Voor een bespreking van de verschillende bronnen van vacaturegegevens en hun voor- en nadelen, zie N. Van Mechelen, De spanning op de arbeidsmarkt in cijfers, in: Nieuwsbrief van het Steunpunt WAV, ½-1999, p.16-25.
De HIVA-bevraging van Belgische bedrijven (in opdracht van UPEDI) naar hun wervingsgedrag gebeurt sinds 1998 tweejaarlijks. De resultaten over het wervingsgedrag anno 2000 zullen pas gepubliceerd worden in de loop van 2001.

Methodologie

Het aantal vacatures wordt bepaald aan de hand van het gemiddeld aantal openstaande (VDAB-)vacatures in het Normaal Economisch Circuit. Het gemiddeld aantal wordt berekend door per jaar het aantal lopende vacatures op het einde van elke maand op te tellen, en vervolgens te delen door 12.

Het Normaal Economisch Circuit omvat de contracten van bepaalde duur en de in de tijd beperkte contracten. Niet inbegrepen in het NEC zijn de gesubsidieerde jobs in overheidsdiensten of non-profit organisaties, de extra’s in de horeca en de jobs in het kader van de European Employment Services. Anno 1998 heeft 92% van de afgehandelde VDAB-vacatures betrekking op het NEC.

De raming van het gemiddeld aantal openstaande vacatures in 2000 gebeurde op basis van de maandgegevens voor de eerste 9 maanden van 2000. Voor de raming van het aantal openstaande vacatures op het einde van oktober, november en december 2000 werd de procentuele evolutie tijdens de laatste maanden van 1999 toegepast op het aantal openstaande vacatures op het einde van september 2000.

De verdeling van het aantal (VDAB-)vacatures naar sector gebeurde aan de hand van de WAV-sectorindeling.

Voor ieder vacatures wordt bij de VDAB geregistreerd of er minder dan 6 maanden, tussen 6 maanden en 2 jaar, of meer dan 2 jaar ervaring gevraagd wordt aan de sollicitant. Het aandeel van de eerste groep beschouwen we als als het aantal vacatures waarvoor weinig ervaring wordt gevraagd.

De VDAB registreert eveneens het gevraagde onderwijsniveau van de vacatures. Het aandeel van de vacatures waarvoor het gevraagde onderwijsniveau maximaal lager secundair onderwijs is, beschouwen we als vacatures voor laaggeschoolden.

De spanning op de arbeidsmarkt meten we aan de hand van de verhouding tussen het gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden en het gemiddeld aantal openstaande VDAB-vacatures.

De algemene methodologie bij dit jaarboek kan onder het hoofdstuk ‘ algemene methodologie’ worden geraadpleegd.

Download

Bijlagen