Raming van de arbeidsreserve op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Methodologie vanaf 2022
Beschrijving
De Vlaamse arbeidsmarkt werd het voorbije jaar steeds krapper door een sterk oplopend aantal vacatures in combinatie met een aanhoudend dalende populatie werkzoekenden zonder werk op jaarbasis. De COVID-19-pandemie heeft voor een tijdelijke ontspanning van de arbeidsmarkt gezorgd, maar nadien piekte het tekort aan personeel als nooit tevoren (Van Impe, Scholiers, Vansteenkiste & De Smet, 2022). Tegelijk kunnen ook externe schokken zoals de huidige energiecrisis, stijgende inflatie, oorlog in Oekraïne en (dreigende) recessie onze economie en arbeidsmarkt onder druk zetten. Naast conjunctuur en economie spelen ook andere factoren een rol, zoals demografische, die de komende jaren een structurele druk zetten op de arbeidsmarkt. Door de vergrijzing kennen we momenteel en ook de komende jaren een sterke uitstroom van 55-plussers uit de arbeidsmarkt.
Een veel gebruikte indicator om de arbeidsreserve in kaart te brengen is de werkloosheidsgraad. Deze indicator geeft aan hoeveel procent van de beroepsbevolking zich aanbiedt op de arbeidsmarkt, maar geen werk vindt. De werkloosheid(sgraad) geeft echter maar een deel van de arbeidsreserve weer. Er wordt nog heel wat potentiële arbeid en beschikbaar arbeidsvolume niet opgenomen bij de werkloosheidscijfers. Dit komt onder meer door de strenge ILO-definitie van werkloosheid. Een persoon is volgens de internationaal gehanteerde ILO-definitie een actieve werkloze indien hij of zij geen werk heeft, de afgelopen vier weken actief gezocht heeft naar werk en binnen de twee weken aan een nieuwe job kan beginnen.
In dit methodologisch rapport zoomen we in op de niet-traditionele groepen van de arbeidsreserve bij de werkenden en niet-beroepsactieven en de berekening van de potentiële werkzaamheidsgraad. Om de arbeidsreserve in kaart te brengen, maken we gebruik van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK), uitgevoerd door Statbel. In 2021 werd de EAK grondig hervormd waardoor bepaalde groepen van de arbeidsreserve niet meer te repliceren zijn. Daarenboven heeft ook Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, bepaalde definities gewijzigd. Doordat we zoveel mogelijk willen aansluiten bij de Europese definities en we gebonden zijn aan de mogelijkheden van de data, hebben we vanuit het Steunpunt Werk onze methodologie voor bepaalde groepen aangepast. Hierdoor zijn de data afwijkend van voorgaande tijdreeksen en publicaties.
Sarah Vansteenkiste
Onderzoeksthema
ArbeidsreserveReferentie
Sourbron, M., & Vansteenkiste, S. (2022). Raming van de arbeidsreserve op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Methodologie vanaf 2022 (Methodologisch rapport). Leuven: Steunpunt Werk.