Arbeidsreserve
De Vlaamse arbeidsmarkt werd het voorbije jaar steeds krapper door een sterk oplopend aantal vacatures in combinatie met een aanhoudend dalende populatie werkzoekenden zonder werk op jaarbasis (zie kwartaalberichten). Deze krapte op de arbeidsmarkt is al langere tijd merkbaar in Vlaanderen. De COVID-19-pandemie heeft voor een tijdelijke ontspanning van de arbeidsmarkt gezorgd, maar nadien piekte het tekort aan personeel als nooit tevoren (Over.Werk 2022). De huidige energiecrisis, stijgende inflatie en oorlog in Oekraïne stellen onze economie en arbeidsmarkt echter voor een nieuwe uitdaging. Maar naast conjunctuur en economie spelen ook andere factoren een rol, zoals demografische, die de komende jaren een structurele druk zetten op de arbeidsmarkt. Door de vergrijzing kennen we momenteel en ook de komende jaren een sterke uitstroom van 55-plussers uit de arbeidsmarkt. Bovendien bereikt de bevolking op arbeidsleeftijd, na decennialange toename, haar hoogtepunt en wordt door het Federaal Planbureau zelfs verwacht een stukje af te nemen in Vlaanderen (zie ook projecties Steunpunt werk). Het blijft daarom belangrijk om met een open vizier te kijken naar de bevolking op arbeidsleeftijd en de plaats die ze kunnen innemen op de Vlaamse arbeidsmarkt. En dit niet alleen vanuit een economisch verhaal. We vinden het vanuit het Steunpunt Werk belangrijk om dit te flankeren vanuit een positieve, inclusieve benadering van werk. Kwaliteitsvol werk brengt immers verschillende positieve effecten met zich mee. Het helpt om deel te nemen aan de maatschappij, vaardigheden te verwerven, een netwerk te ontwikkelen, vorm te geven aan de identiteit, enzoverder.
Sarah Vansteenkiste
Waar vinden we nog arbeidskrachten?
In Vlaanderen is bijna een kwart van de mensen op beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar) niet aan het werk, 2,9% was in 2022 werkloos: ze waren actief op zoek naar een job en binnen de twee weken beschikbaar om te starten. Hiermee heeft Vlaanderen een van de laagste werkloosheidsgraden in Europa. Indien Vlaanderen de in het Regeerakkoord vooropgestelde target van 80% werkzaamheidsgraad wil behalen in de toekomst, dan is het duidelijk dat een bredere en inclusieve blik op het arbeidspotentieel in de bevolking op arbeidsleeftijd nodig is.
De werklozen vormen slechts een deel van de arbeidsreserve binnen de Vlaamse bevolking. We wijzen er als Steunpunt Werk al langer op dat er ook binnen de werkende en de niet-beroepsactieve bevolking arbeidspotentieel verscholen zit. Binnen de werkende bevolking op arbeidsleeftijd geeft niet iedereen aan optimaal ingezet te worden. Sommige mensen werken deeltijds, maar willen meer werken en zijn daar ook beschikbaar voor. Daarnaast zijn er ook nog heel wat niet-beroepsactieven bij wie de band met de arbeidsmarkt niet helemaal verbroken is of in de toekomst terug versterkt kan worden.
Een inclusieve aanpak is nodig om voldoende mensen aan het werk te krijgen en houden. Een aanpak die vertrekt vanuit een beleidsoverschrijdende visie, die mensen niet verder wegduwt van de arbeidsmarkt wanneer ze een bepaalde gebeurtenis ondergaan of bepaalde kwetsbaarheden combineren. Dit vraagt het versterken van het loopbaandenken en een arbeidsmarktbeleid waarbij het statuut van personen minder dwingend wordt om de aanpak te bepalen. Transities tijdens de loopbaan worden steeds belangrijker. Dienstverlening staat idealiter dan ook open voor iedereen die een loopbaantransitie doormaakt – van het ene statuut naar het andere, of van de ene job naar de andere – of iemand nu werkend, werkloos of niet-beroepsactief is.
Monitoring arbeidsreserve
Als Steunpunt Werk nemen wij de monitoring en analyse op van de niet-traditionele groepen van arbeidsreserve bij de werkenden en niet-beroepsactieven. Daarnaast bieden we ook zicht op de potentiële werkzaamheidsgraad, namelijk de werkzaamheidsgraad die zou gerealiseerd kunnen worden indien de groepen die het dichtst bij de arbeidsmarkt staan aan het werk gaan.
Relevante publicaties en projecten
Voor alle publicaties die betrekking hebben op de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) wijzen we op een methodologische aanpassing. In 2021 werd de EAK grondig hervormd waardoor bepaalde groepen van de arbeidsreserve niet meer te repliceren zijn. Daarenboven heeft ook Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, bepaalde definities gewijzigd. Doordat we zoveel mogelijk willen aansluiten bij de Europese definities en we gebonden zijn aan de mogelijkheden van de data, hebben we vanuit het Steunpunt Werk onze methodologie voor bepaalde groepen aangepast. Hierdoor zijn de data voor publicaties van voor 2022 afwijkend van de cijferreeksen op onze website en recente publicaties over de arbeidsreserve.
In een Werk.Rapport (2019) maakten we op basis van enquête- en administratieve gegevens een uitgebreide analyse van het arbeidspotentieel bij groepen die vandaag nog vaak buiten het blikveld vallen. Dankzij het gebruik van beide databronnen kregen we een dieper en genuanceerder zicht op het arbeidspotentieel bij het niet-traditionele arbeidsaanbod, de werkenden en de niet-beroepsactieven. Onze analyse laat zien dat de afstand tot de arbeidsmarkt die we afleiden bij de verschillende onderscheiden groepen niet noodzakelijk afhangt van het behoren tot een werkende of niet-beroepsactieve status. Zo kunnen werkende categorieën toch een grote afstand tot de arbeidsmarkt ervaren, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de werkenden in invaliditeit. Omgekeerd zijn er ook groepen van niet-beroepsactieven die toch nog dicht bij de arbeidsmarkt kunnen staan. Denk aan de niet-beroepsactieven in mutualiteit, de studenten, de zoekende of beschikbare niet-beroepsactieven en de inzetbare niet-beroepsactieven. Een gelijkaardige analyse vond plaats voor West-Vlaanderen en Limburg.
In samenwerking met het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie publiceert het Steunpunt Werk jaarlijks een rapport waarin de arbeidsmarktpositie van diverse kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt beschreven en geanalyseerd wordt. De arbeidsreserve vormt hier een belangrijk onderdeel van.
Samen met Idea Consult voerden we het VIONA-project “het arbeidspotentieel van niet-beroepsactieven: een vraagzijdebenadering” uit, waarbij Idea Consult optrad als promotor. Dit onderzoek bracht de dynamieken bij werkgevers in kaart bij de tewerkstelling van niet-beroepsactieven met arbeidspotentieel. Via een literatuurstudie, verkennende data-analyse, interviews (zowel helikopter- als diepte-interviews) en een persona-analyse biedt deze studie inzichten aan werkgeverszijde die er mee voor kunnen zorgen dat niet-beroepsactieven (terug) de stap naar werk kunnen zetten. De analyse van de vraagzijde (werkgevers) werd tevens gekoppeld aan een analyse van de aanbodzijde (niet-beroepsactieven), weergegeven in persona’s van niet-beroepsactieven met arbeidspotentieel. In deze persona’s wordt een reliëf zichtbaar in het samenspel van drempels en hefbomen, eigen aan zowel de niet-beroepsactieve persoon, de onderneming, intermediaire organisaties als het beleid, naargelang het profiel van de niet-beroepsactieve persoon.
Als Steunpunt Werk ondersteunen we mee het KU Leuven project 'Labour market attachment of the inactive" met prof. dr. Anneleen Forrier en prof. dr. Nele De Cuyper als promotoren.
Databronnen
Om de arbeidsreserve binnen de Vlaamse bevolking in beeld te brengen, doen we beroep op twee bronnen:
- De Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) is een representatieve steekproef bij de leden van de privé-huishoudens van 15 jaar en ouder, woonachtig in België. Via de EAK kunnen we de populatie op actieve leeftijd (vanaf 15 jaar) opdelen in werkenden, werklozen en niet-beroepsactieven. Deze groepen kunnen we nog verder verfijnen, zodat we een beter inzicht krijgen in hun band met de arbeidsmarkt. We sluiten bij deze opdelingen waar mogelijk aan bij internationaal gehanteerde definities. Waar deze niet voorhanden zijn, gebruiken we onze jarenlange expertise op het vlak van deze databron en de arbeidsmarkt om tot eigen indelingen te komen. Met de EAK stellen we data ter beschikking voor België, de gewesten en de provincies. Wanneer we Vlaanderen in Europees perspectief plaatsen, maken we gebruik van de Labour Force Survey (LFS), de door Eurostat gecoördineerde bevraging in de lidstaten van de Europese Unie, waarvan de EAK de Belgische variant is.
- Het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid omvat administratieve gegevens die samengesteld worden door een koppeling van databestanden van de Belgische sociale zekerheidsinstellingen. Via deze bron kunnen we de bevolking op arbeidsleeftijd eveneens indelen in werkenden, werklozen en niet-beroepsactieven. Deze posities kunnen we verder ontleden en ook koppelen aan verschillende uitkeringsstelsels (bijvoorbeeld leefloon, werkloosheidsuitkering, mutualiteit, invaliditeit en pensioen). In de toekomst zullen we via deze bron ook de doorstroom naar de arbeidsmarkt in kaart brengen vanuit de verschillende posities die we onderscheiden.
Andere interessante thema's
Het Steunpunt Werk pleit voor een inclusieve aanpak waarbij niet het statuut maar de afstand tot de arbeidsmarkt van een persoon bepaalt welke ondersteuning zij of hij krijgt. Een versterkte inzet op levenslang leren en het versterken en uitbreiden van competenties speelt hierbij een belangrijke rol.
Als het aanbod op de arbeidsmarkt en hun aanwezige competenties niet overeenstemt met de vraag op de arbeidsmarkt, ontstaat er een situatie van mismatch. Op de themapagina mismatch gaan we dieper in op het cijferwerk en de analyses die we op dat vlak maken.
Het aanbod van arbeidskrachten staat in Vlaanderen in verschillende opzichten onder druk. Zo treden 55-plussers de komende jaren massaal uit, wat voor een grote stroom aan vervangingsvacatures zal zorgen. Aan de hand van een projectie van de vervangingsvraag verduidelijken we dat de ‘war for talent’ nog een hele tijd op de agenda zal blijven staan.