Vervangingsvraag 55+
De vervangingsvraag 55+ geeft de netto-uitstroom van 55-plussers uit de werkende bevolking weer in een bepaalde periode. De omvang van deze groep (definitieve) uitstromers uit de arbeidsmarkt is een van de cruciale elementen in de evolutie van het arbeidsaanbod. Als een van de bepalende factoren van het arbeidsaanbod, is het belangrijk om de historische vervangingsvraag 55+ te monitoren en om de toekomstige vervangingsvraag 55+ te projecteren, om zo (kwantitatieve) mismatches op de arbeidsmarkt tijdig te kunnen detecteren. Om het totaal aantal werkenden op peil te houden, moeten 55-plussers die uit de arbeidsmarkt treden immers vervangen worden door nieuwe werkenden. Tegenover uitstroom uit de arbeidsmarkt moet nieuwe instroom staan.

Sarah Vansteenkiste
De vervangingsvraag 55+ als concept
Met de vervangingsvraag 55+ doelen we op de netto-uitstroom van 55-plussers uit de werkende bevolking, berekend als het aantal werkende 55-plussers in jaar X min het aantal werkende 50-plussers in jaar X−5. De vervangingsvraag 55+ biedt een indicatie van het aantal arbeidsplaatsen dat bij een niet-dalend werkgelegenheidsniveau opnieuw ingevuld moet worden doordat oudere generaties de arbeidsmarkt definitief verlaten. Het grootste deel treedt uit via al dan niet voortijdige pensionering, maar het kan ook gaan om uitstroom van werk naar werkloosheid of naar een andere vorm van inactiviteit dan pensionering (bv. invaliditeit). Ook overlijdens en immigratie spelen een (beperkte) rol. De vervangingsvraag 55+ is een functie van de vergrijzing van bevolking op arbeidsleeftijd en de evolutie van de arbeidsdeelname in deze leeftijdsgroep.
De uittrede van 55-plussers uit de werkende bevolking creëert jobopportuniteiten voor andere personen op arbeidsleeftijd, in de vorm van vervangingsvacatures. Traditioneel werd bij de invulling van deze vervangingsvacatures in de eerste plaats gedacht aan de jongere generaties die de arbeidsmarkt voor het eerst betreden, een proces dat wordt aangeduid als de ‘demografische wissel’ of de ‘generationele vernieuwing’. Voor de vervanging van uitgetreden 55-plussers kunnen we echter niet enkel terecht bij de nog niet werkenden, maar ook bij de groepen die we als Steunpunt Werk tot de arbeidsreserve rekenen: de werklozen en de niet-beroepsactieven met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt.
Projectie van de vervangingsvraag 55+
We projecteren de toekomstige vervangingsvraag 55+ op basis van onze werkzaamheidsprojecties. Uit de geprojecteerde aantallen werkenden naar leeftijdsklasse kunnen we deze indicator afleiden voor verschillende (vijfjarige) periodes en op basis van verschillende scenario's. We ontsluiten de werkzaamheidsprojecties, en afgeleide indicatoren zoals de vervangingsvraag, via de interactieve toepassing Arbeidsmarktprojecties.
Tussen 2016 en 2021 bedroeg de vervangingsvraag 270 900 personen (gemiddeld 54 200 per jaar). Volgens onze recentste projectie (april 2022, IMPACT-scenario) zal dit aantal gevoelig stijgen: tussen 2021 en 2026 projecteren we een netto-uitstroom van 376 800 55-plussers (75 400 per jaar) en tussen 2026 en 2031 van 394 900 55-plussers (79 000 per jaar). De vervangingsvraag zal in Vlaanderen pieken in het vervolg van het lopende decennium. De sterk stijgende vervangingsvraag wordt aangedreven door enerzijds een demografische evolutie (babyboomgeneratie die doorschuift in de leeftijdspyramide en in steeds groteren getale de arbeidsleeftijd verlaat) en anderzijds de maatschappelijke trend om langer beroepsactief te blijven (onder meer onder druk van de afbouw van vervroegde uittredestelsels zoals het brugpensioen). Het grote aantal vervangingsvacatures als gevolg van uittredende 55-plussers zal de krapte en spanning op de Vlaamse arbeidsmarkt nog een tijd structureel aanvuren.