Tussentijdse rapportering Trendindicatoren - Update 23-02-2023
In eerdere kwartaalberichten over de Vlaamse arbeidsmarkt kwamen we tot de conclusie dat de Vlaamse arbeidsmarkt, ondanks de vele moeilijkheden en uitdagingen, erg robuust bleek in 2022. Zo tikte het trendniveau van de werkzaamheidsgraad in het derde kwartaal van 2022 een nieuw recordhoogte af, waren er nooit minder werkzoekenden zonder werk en kon de vacaturemarkt recordcijfers neerzetten.
Onze nieuwe tussentijdse update van de ‘Trendindicatoren Vlaamse Arbeidsmarkt’ onderzoekt hoe de Vlaamse arbeidsmarkt aan het jaar 2023 is begonnen. Het aantal werkzoekenden zonder werk zet alleszins de ingezette opwaartse trend sinds november verder in januari 2023. De vacaturemarkt lijkt ook zijn periode van explosieve groei voorbij, maar blijft wel in hoogconjunctuur verkeren met opnieuw meer vacatures op maandbasis. Deze evoluties leiden tot een arbeidsmarkt die in heel beperkte mate iets minder krap is geworden, van 1,7 naar 1,8.
Ook conjunctureel gezien zijn niet alle indicatoren even rooskleurig. Zo blijft het ondernemersvertrouwen op een erg laag pitje staan, met een verdere daling voor Vlaanderen in januari. Het consumentenvertrouwen daarentegen zet zijn opwaartse trend sinds de serieuze dip in september verder. De maand januari kent in 2023 het hoogste aantal faillissementen in vergelijking met dezelfde maand in recente jaren (periode 2019-2022), wat bovendien ook een (beperkte) toename is in vergelijking met de laatste twee maanden van 2022. Tot slot, ook de uitzendarbeid toont geen teken van herstel.
Bij deze tussentijdse update werd ons dashboard ‘Trendindicatoren Vlaamse Arbeidsmarkt’ verder aangevuld met de recentste cijfers voor het aantal werkzoekenden zonder werk, uitstroom naar werk, vacatures en krapte. Hieronder kan je onze voornaamste vaststellingen terugvinden. Voor meer cijfers kan je steeds terecht op het dashboard binnen onze cijferrubriek.
Werkzaamheid en werkloosheid
Het aantal werkzoekenden zonder werk (wzw) neemt in januari 2023 zowel op maandbasis (+3,8%) als op jaarbasis (+3,0%) toe. Het is de derde maand op rij dat het aantal wzw toeneemt ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder, met een eerder beperkte groei van 0,7% in november 2022 en +1,3% in december 2022. In januari 2023 gaat het om 5441 extra wzw in vergelijking met januari 2022. Na een relatief lange periode van negatieve jaargroeicijfers lijkt er de laatste maanden sprake te zijn van een ommekeer.
Omwille van de aanwezigheid van een sterk dalende trend van het aantal wzw in 2022, kijken we voor januari 2023 naar de maand-op-maand-jaargroei (tussen januari 2022 en januari 2023) in plaats van het voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden. Deze analyse leert dat de toename van het aantal wzw duidelijk gestuwd wordt door een instroom bij min-25-jarigen (+12,8%), bij wie minder dan 1 jaar werkzoekende is (+22,1%) en door een toename bij wzw met een migratieachtergrond (+17,3%). Dit laatste fenomeen kaderden we eerder al in de stijging van wzw met een achtergrond uit conflictgebieden zoals Oekraïne. Deze drie groeipercentages zijn groter in vergelijking met eerdere maanden. Daartegenover is er nog steeds sprake van een relatief sterke afname bij wzw die 1 tot 2 jaar (-15,4%) of die meer dan 2 jaar (-10,0%) werkloos zijn, 55-plussers (-8,3%) en personen met een arbeidsbeperking (-7,8%).
Bij de analyse naar samenstelling op basis van bemiddelingsstatus valt het op dat er sinds november 2022 sprake is van een duidelijke verschuiving. Zo was er - vooral als gevolg van een verschuiving tussen bemiddelingsstatuten - een afname van het aandeel langdurig niet inzetbare wzw van 11,6% in oktober naar 10,3% in november en 10,1% in december. Deze trend zet zich voort in januari van het nieuwe jaar, met een aandeel van 9,6%. Verder merken we een verdere toename van het aantal wzw in bemiddeling tot 76,5% en een verdere afname van wzw in opleiding of voortraject naar 13,9%. Op jaarbasis zijn de wzw in opleiding of voortraject dan wel weer sterk toegenomen (+12,7%).
Sinds mei 2022 lagen de gemiddelde percentages van uitstroom naar werk onder het niveau van dezelfde maand een jaar eerder. In december 2022 is dat niet langer het geval met een uitstroompercentage van 7,9% (+0,4 ppt). Desondanks haalt het niet meer de percentages van de maanden september (12,9%) en oktober (10,9%). Over de laatste 12 maanden heen gekeken, gaat bijna één op tien van de volledige groep van werkzoekenden zonder werk (9,2%) opnieuw aan de slag. Dat is een stabilisatie in vergelijking met dezelfde maand een jaar eerder. Bij de meeste achtergrondkenmerken is er dan ook maar een zeer beperkt tot geen verschil op jaarbasis (verschil schommelt tussen -0,2 ppt en +0,2 ppt). De uitzonderingen daarop zijn personen die tussen de 1 en 2 jaar werkloos zijn (8,0%), hooggeschoolden (11,0%), en min-25-jarigen (15,4%), met een respectievelijke terugval van -0,8 ppt, -0,7 ppt en -0,4 ppt.
Vacatures & krapte
De voorbije maanden registreerde de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst VDAB telkens minder ontvangen vacatures dan een jaar eerder. In juli 2022 bedroeg de evolutie op jaarbasis -3,5%, waarna die afname groeide tot een jaarverschil van -19,7% in oktober. Sindsdien is de negatieve jaargroei opnieuw kleiner geworden. In januari 2023 worden er 3269 minder vacatures ontvangen (-9,4%) in vergelijking met januari een jaar eerder. Desondanks stellen we wel weer een toename op maandbasis vast, van 24 679 in december 2022 naar 31 404 vacatures in januari 2023 (+27,2%). Daarmee is het de op één na beste januarimaand sinds het begin van de meting.
Jobs met een vast contract (+5,7%) en vacatures die geen ervaring vereisen (+5,3%) kennen de sterkste toename van het aantal ontvangen vacatures op basis van het voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden. Daartegenover merken we een daling bij de vacatures voor tijdelijke jobs (-9,1%) en jobs die ervaring vereisen (-6,0%). De opdeling naar sector leert dat het net zoals vorige maand de sectoren ‘informatie, media en telecom’ (+19,0%), ‘bouw’ (+17,3%) en ‘transport logistiek en post’ (+8,2%) zijn die de sterkste groei optekenen van de tien grootste sectoren. De sectoren ‘openbaar besturen’ (-2,9%), ‘maatschappelijke dienstverlening’ (-4,1%) en ‘uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling’ (-14,6%) registeren net zoals in december een negatieve jaarevolutie. Voor alle tien sectoren stellen we wel vast dat de groeipercentages minder groot of sterker negatief zijn in vergelijking met de maanden ervoor.
Ook bij het aantal openstaande vacatures worden er op jaarbasis minder vacatures geteld: in januari 2023 gaat het om 71 193 openstaande vacatures, oftewel 1950 (-2,7%) minder in vergelijking met januari 2022. Daarmee zet het voor de derde maand op rij de neerwaartse trend verder. Maar, net zoals bij de ontvangen vacatures, groeit het aantal openstaande vacatures op maandbasis. Er staan namelijk 1850 vacatures meer open in vergelijking met december 2022 (+2,7%). Na maanden van een dalende spanningsratio, oftewel steeds minder werkzoekenden zonder werk in bemiddeling per openstaande vacature, stellen we een beperkte afname vast van de krapte op de arbeidsmarkt: de spanningsratio evolueert van 1,7 in de voorbije periode naar 1,8 in januari 2023. Daarmee blijft de arbeidsmarkt wel nog steeds erg krap.