Ga verder naar de inhoud

Arbeidsmarktmobiliteit en pendel

De arbeidsmarkt is voortdurend in beweging. Personen veranderen van job, worden werkloos, gaan opnieuw aan de slag na ziekte of onderbreken hun professionele activiteit om een opleiding te volgen of voor een ziek familielid te zorgen. Het zijn maar enkele van de vele mogelijke bewegingen die plaatsvinden op de arbeidsmarkt. In onze monitoring van de bewegingen op de arbeidsmarkt brengen we als Steunpunt Werk de transities tussen alle arbeidsmarktposities (werkend, werkloos en niet-beroepsactief) in kaart. We hebben hierbij bijzondere aandacht voor de instroom in werk, de uitstroom uit werk en de werk naar werk transities. Daarnaast monitoren we ook mobiliteit in de letterlijke zin van het woord: de pendelbewegingen van werknemers tussen hun woon- en werkplaats.

Arbeidsmarktmobiliteit en tewerkstelling

Het ambitieuze doel van de Vlaamse Regering om 80% van de Vlaamse bevolking op arbeidsleeftijd aan het werk te krijgen, kan enkel slagen als voldoende mensen instromen in werk en de uitstroom uit werk binnen de perken blijft. Ook de doorstroom van personen naar andere en kwaliteitsvolle jobs kan bijdragen aan de realisatie van deze doelstelling. Een positieve jobmobiliteit helpt werknemers immers om hun competenties te verbreden en verhoogt hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Bovendien schept een relatief hoge jobmobiliteit meer kansen op een job voor niet-werkenden, aangezien vaker jobs vacant komen te staan. Tot slot eist ook een specifieke werk naar werk transitie steeds meer onze aandacht op, namelijk de werkhervatting van werkenden in een ziektestatuut.

Om meer mensen aan het werk te krijgen en te houden is een inclusieve aanpak vereist, waarbij we geen enkel talent verloren mogen laten gaan. Om een inclusief beleid te ondersteunen verfijnen we de cijfers over arbeidsmarkttransities zoveel mogelijk naar sociodemografische kenmerken. Op die manier brengen we de mobiliteit van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt in kaart. Het gaat bijvoorbeeld over kortgeschoolden, personen met een handicap of ziekte of personen met een migratieachtergrond. In een recent Over.Werk-artikel stelden we vast dat de daling van de instroom in werk en de toename van de uitstroom uit werk in 2020 meer uitgesproken was bij kwetsbare profielen.

Meer duiding en cijfers

Meer duiding en cijfers over de transities tussen de arbeidsmarktposities werkend, werkloos en niet-beroepsactief, de instroom in werk en de uitstroom uit werk kan je raadplegen op onze pagina over de ‘Mobiliteit tussen arbeidsmarktstatuten’.

Info en cijfers over werk naar werk transities, zoals de jobmobiliteit, vind je terug op onze pagina over ‘Werk naar werk transities’.

Databronnen

We doen beroep op twee bronnen om de arbeidsmarktmobiliteit binnen de Vlaamse bevolking in beeld te brengen:

  • De Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) is een representatieve steekproef bij de leden van de privé-huishoudens van 15 jaar en ouder, woonachtig in België. De enquête wordt op kwartaalbasis uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie (Statbel). Vanaf 2017 kan de arbeidsmarktpositie van respondenten doorheen de tijd opgevolgd worden.
  • Het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid omvat databestanden afkomstig van federale instellingen van de sociale zekerheid en gewestelijke instellingen. Doordat tal van databronnen voor meerdere jaren gekoppeld zijn, vormt het DWH AM&SB een nuttige bron om de arbeidsmarktmobiliteit in kaart te brengen. Deze arbeidsmarkttransities zijn beschikbaar voor de globale groepen werkenden, werkzoekenden en niet-beroepsactieven en voor specifieke statuten of uitkeringsstelsels, zoals leefloon, invaliditeit en pensioen. Ook de situaties waarbij meerdere relevante statuten met elkaar worden gecombineerd, bijvoorbeeld een werknemer in invaliditeit, nemen we op in onze analyses.

Pendel

Voor het uitstippelen van het arbeidsmarktbeleid is het eveneens cruciaal om zicht te krijgen op het verplaatsingsgedrag van werkenden om hun job uit te oefenen. Zo kunnen hotspots van tewerkstelling onderscheiden worden die vele mensen van buiten de regio aantrekken. Die regio kan op verschillende niveaus afgebakend worden. Het kan gaan om centrumsteden met een grote concentratie aan jobs, maar bijvoorbeeld ook om clusters van gemeenten die een lokaal arbeidsmarktgebied vormen en veel inkomende pendelaars verwelkomen. Andersom kunnen kwetsbare gebieden geïdentificeerd worden waar de lokale werkgelegenheid relatief beperkt is en inwoners sterk afhankelijk zijn van uitgaande pendel om aan een job te geraken.

Vlaanderen kampt momenteel met een krappe arbeidsmarkt. Met onze pendelcijfers en -analyses kunnen we opvolgen in welke mate gebieden die veel moeite ondervinden om hun vacatures in te vullen er in slagen om in andere regio’s arbeidskrachten aan te trekken. Denk maar aan de situatie in West-Vlaanderen: een provincie met een erg krappe arbeidsmarkt, die naast de rekrutering in eigen regio ook nood heeft aan pendelaars uit Wallonië en Frankrijk om de vele vacatures in te vullen.

Al deze bewegingen volgen we op in onze pendelstatistieken. We maken daarbij het onderscheid tussen uitgaande en inkomende pendel. De uitgaande pendel kunnen we linken aan de woonplaats van de werknemer en heeft bijgevolg betrekking op de (loontrekkende) beroepsbevolking. De inkomende pendel linken we aan de werkplaats en de lokale werkgelegenheid. Deze pendelstatistieken zijn een onderdeel van de Vlaamse Arbeidsrekening, een intern consistente raming van de kernvariabelen met betrekking tot de arbeidsmarkt op basis van administratieve bronnen.