Ga verder naar de inhoud

Werk naar werk transities

Een deel van de bewegingen op de arbeidsmarkt betreft de transities van werk naar werk. De werk naar werk transitie bevat zowel een component jobbehoud als een component jobverandering. De doorstroom die personen maken op de arbeidsmarkt door een nieuwe job aan te vatten, kan leiden tot gunstige effecten voor de tewerkstelling. Dit geldt zowel op individueel niveau als voor de arbeidsmarkt in haar geheel. Op individueel niveau leidt een positief gerichte jobmobiliteit immers tot een verhoogde inzetbaarheid via verbreding van ervaring en competenties. Voor de arbeidsmarkt in haar totaliteit houdt een relatief hoge jobmobiliteit meer kansen in voor niet-werkenden om de arbeidsmarkt te betreden, aangezien er vaker jobs vacant komen te staan. Goede redenen voor ons als Steunpunt Werk om de werk naar werk transities op de Vlaamse arbeidsmarkt te monitoren en te analyseren.

Toename jobmobiliteit komt tot een einde in 2023

De mobiliteit - of het gebrek eraan - bij de werkende bevolking is onder andere af te lezen uit de gemiddelde jobanciënniteit en de jobmobiliteitsgraad. De loopbanen van werknemers en zelfstandigen in Vlaanderen zijn - nog steeds - relatief stabiel. De gemiddelde jobanciënniteit bleef immers vrij constant in de voorbije decennia. De jobmobiliteitsgraad brengen we in kaart vanaf 2018 (d.i. de transitie van 2017 naar 2018). In de jobmobiliteitsgraad meten we het aandeel van de werkenden uit jaar T die in jaar T+1 een andere job uitoefenen. In de periode 2018-2022 nam de jobmobiliteit toe in de verschillende leeftijdsgroepen. Aan deze groei kwam in 2023 een einde, behalve voor de 55-plussers. De jobmobiliteit steeg in deze groep nog lichtjes door van 2,3% naar 2,5%.

In het Vlaamse Gewest bedroeg het aandeel werkenden tussen 20 en 64 jaar dat van job veranderd was 7,0% in 2023. Naarmate de leeftijd toeneemt, worden werkenden steeds minder jobmobiel. Het aandeel twintigers die van job veranderden bedroeg in 2023 12,5%; dit percentage daalt tot 10,2% bij dertigers, 4,8% bij de groep van 40 tot en met 54 jaar en 2,5% bij 55-plussers.

De globale werk naar werk transitie die bestaat uit jobbehoud en jobveranderingen, brengen we in kaart via de arbeidsmarkttransities op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Hieruit leren we dat van wie aan het werk is, zowat 95% een jaar later nog werkend is. Dit wijst erop dat de Vlaamse arbeidsmarkt eerder een insiders arbeidsmarkt is, waarin het vooral moeilijk toetreden is vanuit niet-beroepsactiviteit.

De gemiddelde jobanciënniteit en de jobmobiliteitsgraad kunnen samen met de transities tussen arbeidsmarktposities geraadpleegd worden in het dashboard ‘Arbeidsmarktmobiliteit’

Jobmobiliteit bij 50- en 55-plussers

In de ‘Boordtabel eindeloopbaan’ zien we de jobmobiliteitsgraad als een van de drijfkrachten achter de werkzaamheidsgraad van 50- en 55-plussers. In deze publicatie werken we met een alternatieve definitie van jobmobiliteit op basis van de Labour Force Survey zodat we de resultaten van het Vlaamse Gewest ook in een Europees perspectief konden plaatsen.

Werk naar werk transitie op basis van administratieve gegevens

De hierboven besproken indicatoren worden berekend op basis van de surveygegevens van de EAK. In de nabije toekomst zullen we ook een kijk bieden op de werk naar werk transities op basis van administratieve gegevens, afkomstig van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. Hierbij zal onze aandacht voornamelijk uitgaan naar de werkhervatting van werkenden in een ziektestatuut.

Andere interessante thema's

Werkend

Wie zijn de werkenden in de bevolking? Hoe evolueert hun aandeel?

Meer lezen

Arbeidsmarktmobiliteit en pendel

Wat is de mobiliteit op de arbeidsmarkt? Wat is de inkomende en uitgaande pendel?

Levenslang leren

Wie neemt deel aan opleiding en waarom (niet)? Welke inspanningen doen werkgevers?