Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)
Met de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) creëren we vanuit het Steunpunt Werk een geïntegreerd arbeidsmarktstatistiekmodel voor Vlaanderen. Sinds 2007 bieden we hiermee monitoring van heel wat belangrijke arbeidsmarktindicatoren op het niveau van België, haar gewesten, provincies, referentieregio’s en steden en gemeenten, via een raamwerk van verschillende administratieve bronnen. Het is daarmee een uitstekende tool voor het voeren van een gedifferentieerd beleid volgens de specifieke lokale behoeften.
Met onze Vlaamse arbeidsrekening richten we ons op drie grote luiken, die we ook opnemen in ons bijhorend dashboard:
- Bevolking naar woonplaats: de Belgische bevolking per woonplaats naar socio-economische positie volgens nationaliteit, herkomst, opleidingsniveau, geslacht, leeftijd en jobkenmerken, alsook gedetailleerde informatie over de verschillende groepen van de arbeidsreserve.
- Pendel, die de brug slaat tussen woon- en werkplaats: uitgaande en inkomende pendel.
- Naar werkplaats: binnenlandse werkgelegenheid, jobs en vestigingen.
Ruben De Smet
Wat is de Vlaams Arbeidsrekening?
Met de VAR bieden we een raamwerk voor de integratie van verschillende administratieve bronnen tot een consistent en logisch geheel, met als doel om een inzicht te kunnen bieden op de vraag- en aanbodzijde op de Vlaamse, subregionale en lokale arbeidsmarkten. Het is daarmee een uitstekende tool voor het voeren van een
gedifferentieerd beleid volgens de specifieke lokale behoeften
Door nieuwe GDPR-regels dienden we vanaf 2024 een nieuwe VAR te ontwikkelen via het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de KSZ. Deze bevat een waaier aan administratieve databronnen, afkomstig van de federale instellingen van de sociale zekerheid, van gewestelijke instellingen en andere openbare instellingen.
Welke indicatoren nemen we op in de VAR en hoe verhouden zij zich?
In de Vlaamse Arbeidsrekening berekenen we heel wat indicatoren die gelinkt kunnen worden aan elkaar. Onderstaande figuur geeft een beeld van deze indicatoren en hun onderlinge relaties.
Een belangrijk onderscheid die we maken is de tweedeling tussen enerzijds de tabellen naar woonplaats en anderzijds de tabellen naar werkplaats. Bij al deze statistieken kan de woon- of werkplaats België of het Vlaams Gewest zijn, maar ook een provincie, een referentieregio of een gemeente.
Alle statistieken waarbij we de bevolking indelen naar socio-economische positie (niet-beroepsactief, werkloos of werkend) vertrekken bijvoorbeeld vanuit de woonplaats. Deze indeling volgens socio-economische positie vullen we daarbij ook verder aan met een opdeling volgens nationaliteit en herkomst, terwijl we ook sectorale cijfers volgens statuut voorzien. In de hernieuwde methodologie is er ook ruimte voor gedetailleerde info over de arbeidsreserve. Denk aan werkende en niet-beroepsactieve arbeidsongeschikten (korter of langer dan één jaar), leefloners en ontvangers van financiële hulp, studenten en pensioentrekkenden.
De statistieken naar werkplaats bevatten onze cijfers over het aantal vestigingen en de bijhorende jobs, alsook over de binnenlandse werkgelegenheid – opgesplitst naar loontrekkenden en zelfstandigen en helpers. Al deze tabellen zijn beschikbaar met een onderverdeling naar sector. Bij de binnenlandse werkgelegenheid kan je ook een onderverdeling naar nationaliteit raadplegen.
De pendelcijfers vormen dan weer de brug maken tussen waar mensen wonen en werken. Met enerzijds cijfers over de uitgaande pendel (de mate waarin inwoners van een bepaalde woonplaats elders werkzaam zijn) en anderzijds de inkomende pendel (de mate waarin een regio inwoners van een andere regio aantrekt om er te komen werken).
Inzichten uit het VAR-dashboard
Overdonderd door de grote hoeveelheid cijfers, tabellen en kaarten? Op deze pagina bundelen we enkele eerste inzichten en weetjes over de lokale arbeidsmarkten in België. In de komende periode vullen we deze stelselmatig verder aan.
Methodologie Vlaamse Arbeidsrekening
Verder interesse in de methodologie achter de Vlaamse Arbeidsrekening? Raadpleeg dan zeker de volgende methodologische rapporten.