Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)
Het Steunpunt Werk ontwikkelde in 2007 de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) om een geïntegreerd arbeidsmarktstatistiekmodel voor Vlaanderen te creëren, waarmee een aantal kernvariabelen met betrekking tot de arbeidsmarkt tot op subregionaal en lokaal niveau gemonitord kunnen worden. Het is daarmee een uitstekende tool voor het voeren van een gedifferentieerd beleid volgens de specifieke lokale behoeften.
Ruben De Smet
Wat is de Vlaams Arbeidsrekening?
Met de VAR bieden we een raamwerk voor de integratie van verschillende administratieve bronnen tot een consistent en logisch geheel, met als doel om een inzicht te kunnen bieden op de vraag- en aanbodzijde op de Vlaamse, subregionale en lokale arbeidsmarkten.
Om een zo compleet mogelijk beeld te vormen van het lokale arbeidsmarktlandschap doen we beroep op een amalgaam van bronnen. Om hierbij tot een coherent geheel te komen, vullen we de bronstatistieken aan, doen we bijschattingen om hiaten op te vullen en voeren we bijkomende correcties op dubbeltellingen uit tussen verschillende bronnen. Zo kan iemand bijvoorbeeld zowel als zelfstandige en als werknemer aan de slag zijn. Dit zijn dan wel twee jobs, maar slechts één werkende persoon. In de figuur hieronder kan je een overzicht terugvinden van de belangrijkste bronnen die we binnen de VAR hanteren.
Welke indicatoren nemen we op in de VAR en hoe verhouden zij zich?
In de Vlaamse Arbeidsrekening berekenen we heel wat indicatoren die gelinkt kunnen worden aan elkaar. Onderstaande figuur geeft een beeld van deze indicatoren en hun onderlinge relaties.
Een belangrijk onderscheid die we maken is de tweedeling tussen enerzijds de tabellen naar woonplaats en anderzijds de tabellen naar werkplaats. Bij al deze statistieken kan de woon- of werkplaats België of het Vlaams Gewest zijn, maar ook een provincie, een referentieregio of een gemeente.
Alle statistitieken waarbij we de bevolking indelen naar socio-economische positie (niet-beroepsactief, werkloos of werkend) vertrekken bijvoorbeeld vanuit de woonplaats. Deze indeling volgens socio-economische positie vullen we daarbij ook verder aan met een opdeling volgens nationaliteit en migratieachtergrond, terwijl we ook sectorale cijfers volgens statuut voorzien.
Bij de tabellen die we opstellen met betrekking tot het aantal vestigingen nemen we dan weer de werkplaats, of beter ‘vestigingsplaats’, als vertrekpunt, net zoals bij de jobs die in deze vestigingen gecreëerd worden. Ook de binnenlandse werkgelegenheid – opgesplitst naar loontrekkenden enerzijds en zelfstandigen en helpers anderzijds – kijkt naar de tewerkstelling volgens werkplaats. Al deze tabellen zijn beschikbaar met een onderverdeling naar sector. Bij de binnenlandse werkgelegenheid kan je ook een onderverdeling naar nationaliteit raadplegen.
Onze pendelstatistieken vormen vervolgens de brug tussen de woon- of werkplaats. Met enerzijds de uitgaande pendel (de mate waarin inwoners van een bepaalde woonplaats elders werkzaam zijn) en anderzijds de inkomende pendel (de mate waarin een regio inwoners van andere regio aantrekt om er te komen werken).
Methodologie Vlaamse Arbeidsrekening
Verder interesse in de methodologie achter de Vlaamse Arbeidsrekening? Raadpleeg dan zeker de volgende methodologische rapporten.