Ga verder naar de inhoud

Werkzaamheidsprojecties

In regeerakkoorden, beleidsverklaringen en het politieke discours in het algemeen wordt veel belang gehecht aan het verhogen van de werkzaamheidsgraad, het aandeel werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd. Zowel de Vlaamse als de federale regering sprak de ambitie uit om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te realiseren. Voldoende mensen aan het werk krijgen en houden, is om meerdere redenen en vanuit verschillende perspectieven een cruciale doelstelling: voor onze samenleving als geheel, voor onze organisaties en voor onze burgers. Vanuit het oogpunt van de samenleving zijn een gezonde economie en performante arbeidsmarkt essentieel om ons welvaartsmodel, met sterk uitgebouwde sociale zekerheidsstelsels, te blijven financieren. Voor onze organisaties is een goed werkende arbeidsmarkt van vitaal belang, want enkel met voldoende en voldoende gekwalificeerd en inzetbaar personeel kunnen zij hun activiteiten voortzetten en duurzaam verder ontwikkelen. Ook omwille van de emanciperende en zingevende kracht van werk hechten we als Steunpunt Werk belang aan een maatschappij waarin iedereen die dit wil, ook personen uit kwetsbare groepen, volwaardig aan het arbeidsleven kan participeren. Samen met andere statistiekinstellingen volgt het Steunpunt Werk de evolutie van de werkzaamheidsgraad daarom op de voet op. Daarnaast heeft het Steunpunt Werk een traditie opgebouwd in het ontwikkelen van werkzaamheidsprojecties op de middellange termijn. Deze projecties leveren een indicatie op van hoe realistisch en haalbaar de geformuleerde beleidsdoelen op het vlak van werkzaamheid zijn.

Het arbeidsmarktprojectiemodel van het Steunpunt Werk

Zicht krijgen op hoe de werkzaamheidsgraad in de toekomst kan evolueren, is belangrijk om de haalbaarheid van beleidsdoelstellingen tussentijds te evalueren en bij te sturen waar nodig. Komt de projectie (fors) onder de target uit, dan kan dit als een signaal gezien worden dat er extra beleidsimpulsen nodig zijn om de arbeidsdeelname te ondersteunen (bij wie werkt) en te stimuleren (bij wie dit nog niet of niet meer doet). Op projecties kunnen we ook groeipaden baseren richting een beoogde werkzaamheidsgraad in een doeljaar.

Het arbeidsmarktprojectiemodel van het Steunpunt Werk raamt de toekomstige evolutie van de werkzaamheidsgraad op middellange termijn (tot en met 2032), op basis van historische tijdreeksen (die maximaal 10 jaar teruggaan) en een reeks scenario’s. Een scenario is een set van assumpties over de toekomst, die we in de projectie doorrekenen. De scenario’s Demografie en BAU (Business as usual) fungeren als baseline-scenario’s. Daartegenover plaatsen we het IMPACT-scenario, waarin we onder andere de (geraamde) impact van geïmplementeerd beleid (eindeloopbaanmaatregelen van de federale regeringen Di Rupo en Michel I op vlak van (vervroegd) pensioen, brugpensioen en het systeem van terbeschikkingstelling) en conjunctuurvooruitzichten in rekening brengen. Dit IMPACT-scenario is het meest uitgewerkte scenario.

In onze recentste projectie (november 2023) resulteert de toepassing van het IMPACT-scenario in een werkzaamheidsgraad van 77,7% in 2030 (Vlaams Gewest, 20 tot 64 jaar). De projectie rondt daarmee in 2030 net de kaap van 3 miljoen werkenden (3 001 300). De IMPACT-projectie voor 2030 komt 2,3 procentpunt lager uit dan de Vlaamse werkzaamheidsdoelstelling voor 2030 van 80%. Uitgedrukt in aantallen komt dit neer op een tekort van 87 600 werkenden in 2030.

Hoe kunnen we deze kloof dichten? Hier kan zowel het recente beleid dat al werd ingezet als nieuw beleid het verschil maken. Het IMPACT-scenario rekent immers geen recent of nieuw beleid in, bij gebrek aan beleidsdoorrekeningen die integreerbaar zijn binnen het methodologisch kader van dit projectiemodel. Aangezien de IMPACT-projectie uitgaat van een erg lage werkloosheidsgraad in 2030 (omwille van de toegepaste gunstige werkloosheidsvooruitzichten), is het belangrijk dat dit beleid zich (verder) op de volledige arbeidsreserve richt, met bijzondere aandacht voor de grote groepen Vlamingen die momenteel om diverse redenen niet-beroepsactief zijn (zie onze recentste cijfers over de arbeidsreserve).

Ten opzichte van de werkzaamheidsgraad in het laatste historische jaar (76,7% in 2022) projecteren we voor 2030 een eerder bescheiden stijging van +1,0 procentpunt. Het arbeidsmarktprojectiemodel levert doorgaans eerder conservatieve ramingen op. We beschouwen het projectieresultaat niet als een voorspelling die zou stellen dat we met (een bepaalde mate van) zekerheid op 77,7% zouden uitkomen. Door het middelen van graden worden de recente, redelijk forse jaar-op-jaarstijgingen in beroepsactiviteit enigszins uitgevlakt, en dus niet lineair doorgetrokken in de projectieperiode. Anderzijds zijn er door o.a. externe schokken ook periodes waarin de beroepsactiviteit een dip kent. Ons conservatiever model zoekt een middenweg tussen deze extremen. Bovendien moet het projectieresultaat zoals gezegd geïnterpreteerd worden als de geraamde evolutie zonder bijkomend beleid. Er is dus nog marge om in 2030 hoger te eindigen dan 77,7%.

De projecties kunnen ook voor andere leeftijdsbereiken dan voor 20 tot 64 jaar worden berekend. Bij de 55-plussers zien we bijvoorbeeld dat de werkzaamheidsgraad – na een sterke stijging de voorbije twee decennia – in de projectieperiode stabiliseert: in 2022 tekende deze groep een werkzaamheidsgraad van 59,5% op, de IMPACT-projectie voor 2030 komt met 59,8% maar een fractie hoger uit. De verklaring is tweeledig. Enerzijds is de positieve impact van de eindeloopbaanmaatregelen van de regeringen Di Rupo en Michel op de activiteitsgraden van 55-plussers in de gebruikte raming grotendeels uitgewerkt. Nog meer dan deze (scenario)technische verklaring speelt echter de wijzigende demografische samenstelling binnen de groep 55-plussers. Het aantal Vlaamse 55- tot 59-jarigen zal de volgende jaren fors dalen, van 479 000 in 2022 naar (geraamd) 427 600 in 2030. Het aantal Vlaamse 60- tot 64-jarigen blijft in deze periode daarentegen min of meer op peil (452 300 in 2022 versus een raming van 446 700 in 2030). De werkzaamheidsgraad van deze oudere deelgroep ligt een heel stuk lager dan die van de 55- tot 59-jarigen (resp. 40,6% en 77,5% in 2022). De minder werkzame 60- tot 64-jarigen nemen binnen de groep 55- tot 64-jarigen tegen 2030 numeriek de bovenhand, wat de werkzaamheidsgraad van de volledige groep 55-plussers neerwaarts beïnvloedt.

Dashboard Arbeidsmarktprojecties

Sinds juni 2023 ontsluiten we onze werkzaamheidsprojecties in het dashboard Arbeidsmarktprojecties. Het eerste tabblad in dit dashboard, getiteld Arbeidsmarktindicatoren, biedt een overzicht van onze projecties voor de werkzaamheids-, activiteits- en werkloosheidsgraden en de overeenstemmende aantallen werkenden, beroepsactieven en werklozen. We projecteren tien jaren vooruit in de tijd, momenteel dus tot en met 2032. Naast toekomstprojecties bevat het dashboard ook de historische tijdreeksen, die teruggaan tot 1985. Ook de evolutie van de bevolking – de noemer van de werkzaamheids- en activiteitsgraden – is in het dashboard opgenomen. In tegenstelling tot de andere indicatoren projecteren we de bevolking niet zelf: voor de ramingen van toekomstige bevolkingsaantallen doen we een beroep op de Bevolkingsvooruitzichten van het Federaal Planbureau.

Het dashboard is interactief: je kan zelf een populatie afbakenen naar regio, geslacht en leeftijd, één of meer van de drie scenario’s aanvinken, en de indicator en het startjaar kiezen waarvoor je de historische tijdreeks en de projecties wilt visualiseren.

In dit dashboard bieden we enkel cijfers aan voor België en de gewesten. Om de historische evolutie in werkzaamheid in Vlaanderen en België te vergelijken met andere Europese landen, kan je terecht in het dashboard “Vlaanderen binnen Europa”.

Methodologie en bronnen van het arbeidsmarktprojectiemodel

Modeltechnisch steunt de werkzaamheidsprojectie op de cohortcomponentenmethode: we rollen activiteitsgraden van vijfjarige leeftijdsklassen van mannen en vrouwen door in de projectieperiode. Na de inbreng van bevolkings- en werkloosheidsvooruitzichten kunnen we uit deze toekomstige activiteitsgraden aantallen werkenden en werkzaamheidsgraden afleiden.

De historische activiteitsgraden die we als basis nemen voor trends in toekomstige beroepsactiviteit zijn afkomstig van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK), een representatieve steekproef bij de leden van de privé-huishoudens van 15 jaar en ouder, woonachtig in België.

Voor het prospectieve luik doen we beroep op externe prognoses. Concreet voeden we het model met ramingen die het Federaal Planbureau (en partners) jaarlijks publiceert: de demografische vooruitzichten, de regionale economische vooruitzichten (HERMREG-model) en de geraamde impact van (eerder genomen) beleidsmaatregelen.

Het projectiemodel werkzaamheid berekent het effect van de assumpties die we in het scenario verwerken, evenwel zonder een uitspraak te doen over de waarschijnlijkheid van het resultaat. Het zijn dus geen prognoses of voorspellingen in de gangbare zin van het woord. In het IMPACT-scenario dat we naar voor schuiven, proberen we uiteraard wel redelijke en ‘plausibele’ assumpties te verwerken over de factoren die de werkzaamheid aandrijven, zodat het projectieresultaat op een betekenisvolle manier geïnterpreteerd kan worden en op een zinvolle manier geconfronteerd kan worden met beleidsdoelstellingen en andere projecties.

Meer methodologische achtergrond bij de projecties vind je in het Over.Werk-artikel van juni 2022, waarin we de projectieresultaten van april 2022 bespraken.

Andere interessante thema's

Werkend

Wie zijn de werkenden in de bevolking? Hoe evolueert hun aandeel?

Meer lezen

Conjunctuur en trendmonitoring

Hoe staat de Vlaamse arbeidsmarkt ervoor op vlak van werkzaamheid, werkloosheid, tewerkstelling, vacatures en krapte?

Potentiële werkzaamheidsgraad

Welke werkzaamheidsgraad kunnen we bereiken als we de 'makkelijkste' groepen van arbeidsreserve aan de slag krijgen?

Meer lezen