Ga verder naar de inhoud

Jongeren, NEET en vroegtijdige schoolverlaters

Het Vlaamse arbeidsmarktbeleid heeft de ambitie om meer mensen aan het werk te krijgen en zo de algemene werkzaamheidsgraad te verhogen. Om aansluiting te vinden bij de Europese top en vanuit de inclusieve en emanciperende blik die we hanteren op werk, is het belangrijk om elk talent in Vlaanderen te koesteren, ook personen uit kwetsbare groepen die doorgaans een lagere werkzaamheidsgraad kennen en conjunctuurgevoeliger zijn. Jongeren, en zeker NEET-jongeren (Not in Education, Employment or Training) en vroegtijdige schoolverlaters, bevinden zich in een kwetsbaardere positie op de arbeidsmarkt. Als Steunpunt Werk monitoren en analyseren we hun arbeidsmarktpositie.

Jongeren op de arbeidsmarkt: extra kwetsbaar

De arbeidsmarktkansen van jongeren worden in sterke mate bepaald door het niveau van het diploma dat ze al dan niet behaald hebben. Uit eerder onderzoek van onze hand blijkt dat de voorbije twintig jaar het opleidingsniveau van de nieuwe generaties jongeren stelselmatig omhoog ging. Jongeren treden daardoor gemiddeld later toe tot de arbeidsmarkt. Alleen beschikt niet iedereen over voldoende hoge kwalificaties: in 2022 verliet 4,9% van de 18- tot 24-jarigen in Vlaanderen het secundair onderwijs vroegtijdig. Daarnaast bedroeg het aandeel jongeren (15-24 jaar) dat geen betaalde arbeid heeft verricht noch deelnam aan onderwijs of opleiding (NEET-jongeren) 4,9% in Vlaanderen.

De arbeidsmarktsituatie van jongeren in het algemeen kan het best afgelezen worden uit de jeugdwerkloosheidsgraad. Jongeren zijn veel vaker werkloos dan de globale bevolking (respectievelijk 11,0% en 3,2% in 2022) en voelen doorgaans de impact van de conjunctuur veel harder. Trends zijn veel duidelijker afgetekend bij jongeren. Ook de COVID-19-pandemie heeft een sterke impact gehad op jongeren en hun toetreding tot de arbeidsmarkt, wat ook de positie van NEET-jongeren extra kwetsbaar maakt. Verklaringen voor deze conjunctuurgevoeligheid zijn onder andere het gebrek aan werkervaring en het feit dat jongeren vaker met een tijdelijk contract of een uitzendcontract aan de slag gaan. Opdat de kloof tussen de sterkere en meer kwetsbare groepen niet vergroot, is het van belang om de positie van jongeren op de arbeidsmarkt te versterken, ook in tijden van arbeidsmarktkrapte.

In het interactieve dashboard 'Vlaanderen binnen Europa' kunnen cijfers voor Vlaanderen vergeleken worden met deze van de andere Belgische gewesten en alle EU-lidstaten, op basis van de databronnen EAK en LFS. Het dashboard omvat heel wat indicatoren, zoals de werkzaamheidsgraad, maar ook verschillende jobkenmerken, die verder opgedeeld kunnen worden naar leeftijd. Daarnaast vind je er ook volgende indicatoren: het aandeel NEET-jongeren (15-24 jaar, 25-29 jaar en 15-29 jaar), het aandeel vroegtijdige schoolverlaters (18-24 jaar) en het aandeel gekwalificeerde jongeren (20-24 jaar).

Het arbeidspotentieel van NEET-jongeren

De Vlaamse beleidsnota Werk en Sociale Economie (2019-2024) zet sterk in op het beter inzetten van het arbeidspotentieel van kwetsbare groepen, groepen die doorgaans een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt, en van niet-beroepsactieven. Daar gaat nog heel wat onontgonnen talent schuil. De groep jongeren die niet aan het werk is en geen onderwijs of opleiding volgt, maar hiervoor wel in aanmerking komt (NEET), is een deelpopulatie die in deze beleidsnota naar voren wordt geschoven. Tot een NEET-groep behoren is een indicatie van kwetsbaarheid die op lange termijn gevolgen kan hebben. Jongeren die voor een langere periode noch werken noch een opleiding volgen, zijn ook in hun latere levensfases vaker werkloos of niet-beroepsactief.

Versterkte jongerengarantie

Aangezien een diploma de sleutel tot een vlotte arbeidsmarktintrede blijft, begint een betere arbeidsmarktpositie van jongeren in het onderwijs. We moeten ervoor zorgen dat jongeren een voldoende basisopleiding krijgen en dat ze de juiste vaardigheden en skills verwerven voor de arbeidsmarkt van morgen. Prioritair zijn ook het inperken van de ongekwalificeerde uitstroom en van de NEET-jongerenpopulatie. De Europese Commissie heeft bijvoorbeeld de doelstelling geformuleerd om tegen 2030 zowel het aandeel vroegtijdige schoolverlaters als de NEET-ratio (15-29 jaar) tot 9% te beperken. Er moet bovendien gestreefd worden naar een vroegtijdige interventie ten aanzien van jonge werkzoekenden en schoolverlaters. Met de jongerengarantie in Europa en Vlaanderen, in 2013 door de Europese Commissie gelanceerd in strijd tegen de hoge jeugdwerkloosheid, mikken beleidsmakers alvast op een snelle doorstroom naar de arbeidsmarkt of het onderwijs. De jongerengarantie houdt in dat alle jongeren onder de 30 jaar recht hebben op een kwalitatief aanbod van werk, (vervolg)opleiding of stage binnen de vier maanden nadat zij werkloos worden of met school stoppen. In 2020 werd de jongerengarantie versterkt, naar aanleiding van de coronapandemie (bron: Europese Commissie, 2020).

Trendrapport

De kwetsbare positie van jongeren komt ook uitvoerig aan bod in het Trendrapport ‘Kwetsbare groepen op de Vlaamse arbeidsmarkt’, dat het Steunpunt Werk in samenwerking met het Departement Werk en Sociale Economie publiceert. Dit jaarlijkse rapport schetst de arbeidsmarktpositie van verschillende groepen, waaronder jongeren, aan de hand van hun werkzaamheidsgraad, werkloosheidsgraad, transities van werkloosheid naar werk en hun opleidingsdeelname. Waar relevant worden de cijfers ook meer in de diepte geanalyseerd. Bij jongeren in het algemeen ligt de focus onder andere op de impact en het herstel van de COVID-19-pandemie op de arbeidsmarktsituatie en op de jeugdwerkloosheid volgens gedetailleerd studieniveau. Het hoofdstuk over NEET belicht de NEET-ratio en de afstand van deze jongeren tot de arbeidsmarkt. Met behulp van sociodemografische kenmerken wordt de samenstelling van de jongeren en de NEET-jongeren in kaart gebracht.

Een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van NEET-jongeren in Vlaanderen

We onderzochten onder andere in 2020 en 2023 het profiel van de NEET-jongeren in Vlaanderen op basis van hun sociodemografische kenmerken en hun arbeidsmarktpositie. In deze studie wordt de omvang en de evolutie van de NEET-jongeren in het Vlaams Gewest ook in Europees perspectief geplaatst. Uit de enquêtedata (EAK) blijkt deze groep heel heterogeen te zijn. Hoewel niet elke NEET-jongere een even grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, blijven velen van hen onder de radar. Om die reden verdienen de NEET-jongeren bijkomende aandacht in beleid en onderzoek.

De kwantitatieve insteek biedt al een interessante kijk op de heterogene groep die NEET-jongeren blijken te zijn. Dé NEET-jongere bestaat namelijk niet. Maar er is meer kwalitatief onderzoek nodig om te achterhalen hoe jongeren in zo’n situatie terecht komen, wat de oorzaken zijn van hun grotere afstand tot de arbeidsmarkt, welke drempels zij ervaren om deze afstand te overbruggen, welke hulp zij kunnen gebruiken, enzovoort. Vanuit het Steunpunt Werk hebben we een kwalitatief onderzoek opgezet aan de hand van 23 diepte-interviews bij de begeleiders van NEET-jongeren. Daaruit blijkt onder andere dat deze jongeren zich vaak in een erg complexe situatie bevinden met verschillende randvoorwaarden. Ze kampen o.a. met financiële problemen, een onstabiele familiale omgeving of missen een netwerk. Deze problemen, die vaak verstrengeld zijn, moeten dan eerst aangepakt worden vooraleer de arbeidsmarkt opnieuw in zicht kan komen. Omwille van deze complexe situatie ontstaat er een afstand tot de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd creëert de arbeidsmarkt ook een afstand tot hen. We focussen in deze studie ook op het activeringsproces in al haar aspecten (de verschillende fasen en kenmerken van het proces, en het vertrouwen tussen begeleider en jongeren dat nodig is). Dit onderzoeksrapport wordt momenteel gefinaliseerd en zal daarna worden voorgelegd ter goedkeuring aan het Kabinet van minister Brouns. In het recente Over.Werk-nummer met als thema 'krapte op de arbeidsmarkt' kunt u reeds een bijdrage lezen die inzoomt op een onderdeel van dit ruimere rapport, namelijk de wederzijdse afstand tussen jongeren en de arbeidsmarkt.